In een gemiddelde week loop ik mezelf toch gauw een keer of drie voorbij. Er zijn etentjes, bootcampsessies, werkdingen, noodzakelijke Netflixbinges en andere ongein waarmee de week zich vult. En daarmee ook mijn hoofd. Na het tikken van deze zin ga ik snel afkloppen op een boomstam, maar ik ben best wel gelukkig met mijn leven. Het gaat (klop af, klop af!) best lekker momenteel. Mijn valkuil is alleen dat ik dan van alles een beetje veel wil.
Loslaten vind ik lastig. Mijn hoofd draait overuren, het liefst als ik wil slapen. Uren kan ik liggen woelen omdat ik een idee voor een blog heb, of voor iets op werk, of wat we gaan eten, morgen, of over een week, wanneer we weer uit eten gaan en of ik nou morgen een was ga doen of overmorgen en moet dat vestje er dan wel of niet in want als ik ga sporten is het wel fijn om dat vestje te hebben maar als ik laat ben, komt dat sporten er niet van en wat moeten we dan eigenlijk eten en wie doet dan de boodschappen?
Ik heb, kortom, baat bij mindfulness. Het idee van gewoon bestaan in het moment, zonder je druk te maken (of zelfs maar na te denken) over wat geweest is of wat nog gaat komen. Doe ik niet mindful, dan hou ik niet alleen allerlei gedachten bij me, maar ook een heleboel spanning. Die leidt er uiteindelijk toe dat ik weer uit elkaar getrokken moet worden door de fysiotherapeut en dan moet ik daarnaartoe en dat is dan net op dezelfde ochtend dat ik eigenlijk vroeg op wilde zijn om voor die afspraak me nog even in te lezen en ik kan ook niet langer doorwerken want we zouden bij m’n ouders eten en… – ja, het is problematisch.
Mijn fysiotherapeut heeft het klaarblijkelijk druk genoeg, want zij raadde me een app aan die me kon helpen mindful te worden, waardoor ik haar niet meer nodig had om de stress uit m’n schouders te kneden. Subliem idee, dacht ik, en nog gratis ook. Zorgverzekeraar VGZ ontwikkelde namelijk een app die je eigen Mindfulness-coach is, met oefeningen voor thuis, onderweg en op je werk. Je geeft aan waar je bent en hoeveel tijd je hebt en krijgt een bijpassende oefening.
Alle begin is moeilijk. Zo’n opgefokt type als ik heeft behoorlijk wat oefening nodig om écht een leeg hoofd te krijgen. Dat is oké, want bij mindfulness is alles oké. Dwaal je af? Breng je gedachten dan terug naar de oefening. En nog eens. En weer. Steeds iets langer blijf je geconcentreerd en steeds vaker hou je dat dan een hele oefening vol. De oefeningen zijn er in allerlei moeilijkheidsgraden. Als het tien minuten stil is tot je het belletje van ‘einde oefening’ hoort, denk ik alleen maar: wanneer zou het belletje komen? Maar zolang ik rustig door een oefening heen word gepraat, heb ik er echt iets aan.
En verdomd. Ik deed een paar keer ‘s avonds een oefening voor ik naar bed ging en viel veel sneller in slaap. Bovendien sliep ik vaster en werd ik uitgeruster wakker. Het enige probleem is dat ik eraan moest denken om die oefeningen ook daadwerkelijk te doen. Dat ging een paar weken goed, maar gedrag verander je niet in een paar weken. Het verslofte. Geleidelijk werd m’n hoofd weer voller en nachten onrustiger. Ik wilde mezelf er niet toe dwingen om de oefeningen te doen, want ik moest al zo veel. En volgens de mindfulnesstheorie is het niet erg als je het eens vergeet.
Inmiddels heb ik een balans gevonden. In ieder geval een paar keer per week, voor ik naar bed ga, doe ik de oefening ‘Rust voor lichaam en geest’ (4 minuten en 27 seconden) of de Bodyscan, kort (11 minuten en 24 seconden). Minuten waarin ik niet naar een scherm staar, niet naar muziek luister, niet een boek lees. Tijd die ik doorbreng met alleen mezelf en zo min mogelijk gedachten. En de stem van de app dan.